In dit hoofdstuk gaan we wat dieper in op de manier waarop je een gesprek kunt voeren. We gaan hier niet enkel in op de feitelijke onderdelen van een gesprek maar ook over het stemgebruik, je spreekt tenslotte om gehoord te worden. Hoe je iets zegt is daarom minstens zo belangrijk als wat je zegt. Misschien ken je dat gevoel wel dat je net iets zei in een groep, maar niemand reageerde. Werd je niet gehoord?
Of gewoon genegeerd?

 

 

Dat is dus te voorkomen met het juiste stemgebruik:

  • Spreek met een bedeesde lage stem. Laat je stem vanuit je buik of borst komen, in plaats van je keel (wat veel mensen doen) of neus (heel irritant).
  • Voorkom een trilling in je stem, hou ‘m zacht en warm. Dat doe je door een rechte houding aan te nemen wanneer je spreekt en je ademhaling diep te houden, dit werkt zeker ook aan de telefoon, een luisteraar kan aan jou manier van praten horen of je rechtop zit of juist in elkaar gezakt. Veel mensen staan of lopen terwijl ze aan het telefoneren zijn en geven daarmee hun woorden extra energie mee.
  • Spreek niet monotoon, maar ritmisch. Let er op dat je niet omhoog gaat aan het einde van een zin.
  • Spreek niet te snel. Las gepaste stiltes in tussen je woorden en zinnen.
  • Hou je stem bedeesd, spreek niet te luid. Juist een zachte, beheerste stem vraagt om naar geluisterd te worden.

Autobiografisch luisteren

Het blijkt maar wát lastig te zijn! Luisteren. De woorden van de ander komen je oorschelp altijd wel binnen, maar dat betekent nog niet dat je aan het luisteren bent. Wat je namelijk eigenlijk aan het doen bent, is denken. Over jezelf, vooral.

Autobiografisch luisteren noemen experts dat. Je luistert maar half, want je bent vooral bezig met hoe jij zometeen gaat reageren op dit verhaal. Met een anekdote of een voorbeeld uit je eigen leven, waarschijnlijk. Nog erger (het gebeurt vaker dan je denkt) is het verhaal van de ander zelfs onderbreken om je eigen reactie te geven. Ab-so-lute no go!

Die reactie begint vervolgens sowieso té vaak met “ik”. Luisteren draait om “jij”. Om de ander. De verteller. Niet om “ik”. Vermijd het woord. Houd je mond, luister.

De HAIL methode

De inhoud van wát je zegt, is essentieel. Let je er wel eens op waar je het vaak over hebt? En of dat meestal positieve of negatieve zaken zijn. Waar leg jij de focus in je woorden op? Ben je een klager? Heb je het altijd over slecht weer, die vervelende collega, je opspelende knie of ben je iemand die vaak smoesjes verzint om je gedrag te verantwoorden of om ergens onderuit te komen?

Wanneer je dit met enige regelmaat doet, zullen mensen in de loop van de tijd ophouden met naar je luisteren. Je bent geen aangenaam gezelschap, verbaal gezien. Niet leuk om te horen, maar goed om op te letten – als je wilt veranderen tenminste...

Let zelf maar eens op wanneer je:

• aan het roddelen bent;
• iemand veroordeeld;
• negatief spreekt;
• zeurt of klaagt;
• smoesjes verzint of zelfs glashard aan het liegen bent;
• of overdrijft in je verhalen?

Verander je gesprekstechniek dan naar H.A.I.L:

‘Honesty’          Eerlijk zijn, geen smoesjes en leugens meer.
‘Authenticity’    Spreek vanuit jezelf, wat denk en vindt jij écht?
‘Integrity’          Doe wat je zegt en sta daar achter, geen loze woorden.
‘Love’               Spreek goed over en tegen anderen, geen negativiteit of roddels meer.

Merk je vandaag, morgen of een andere dag dat je wel erg negatief in je uitingen bent? Betrap je jezelf op een roddel? Draai je communicatie meteen om naar HAIL. Zeg na je roddel bijvoorbeeld meteen: “- Maar ach, zo kennen we Frans. Hij is evengoed een goeie kerel.” Of wanneer je weer aan het klagen bent over de regen: “- Maar ja, water is ook goed voor de plantjes.”

Je omgeving zal verrast opkijken en je direct een aangenamer gezelschap vinden – en écht horen wat je zegt.